• l’arbre généalogique – les liens de famille

   

  

  Bekijk en lees bij deze oefeningen eerst goed hoe de verhoudingen zijn

  tussen de verschillende personen in de families (bovenste/middelste gedeelte van de pagina)

  Maak dan telkens onderaan de pagina de oefening door telkens het juiste antwoord aan te duiden.

          

          

                

   

  

  Trouve le texte pour chaque image => zoek de tekst voor elke afbeelding
     Exercice 1 voici ma famille
     Exercice 2 voici ma famille

  Regarde l'image. Quelle phrase est correcte? => bekijk de afbeelding, welke zin is juist?
     Exercice 3 c'est qui?
  
  Choisis le mot correcte pour compléter chaque phrase.A,B ou C?
  => kies het juiste woord om elke zin te vervolledigen, is het A,B of C?
     Exercice 4 j'adore ma famille

  Qui dit quoi? Complète les phrases avec le nom de la personne correcte.
  =>Wie zegt wat? Vervolledig de zinnen met de naam van de juiste persoon
     Exercice 5 Qui dit ça?
  
  Regardez les images. Choisis un mot de la liste pour compléter chaque phrase.
  =>Wie zegt wat? Vervolledig de zinnen met de naam van de juiste persoon
     Exercice 6 Ma famille, vocabulaire1
  
  Regardez les images. Choisis un mot de la liste pour compléter chaque phrase.
  =>Wie zegt wat? Vervolledig de zinnen met de naam van de juiste persoon
     Exercice 7 Ma famille, vocabulaire2

  Lis les textes à gauche, puis lis les textes à droite. Clique VRAI ou FAUX pour chaque phrase.
  =>Lees de teksten links en de teksten rechts. Klik op Juist of FOUT bij elke zin.
     Exercice 8 Vrai ou faux?
  
  Complète le tecte avec les mots logiques
  => vervolledig de tekst met de woorden zoals in het voorbeeld
     Exercice 9 j'adore ma famille

   

 

       

         scroll helmemaal naar beneden en maak de oefeningen Exercice n°1; n°2 en n°3

          LEES GOED DE UITLEG HIERONDER  vooraleer je aan elke opdracht begint !!  

          Exercice n°1 : Associez les mots correspondants

          De oefening Question n°1 => klik op ‘masculin’ en klik vervolgens alle mannelijke woorden aan, dus die met het lidwoord
          ‘un’; doe daarna het zelfde voor ‘féminin’, dus die met het lidwoord ‘une’

          De oefening Question n°2=> verbind de mannelijke met vrouwelijke vorm  door telkens eerst op een oranje woord te
          klikken en daarna eronder op een blauw woord

           Exercice n°2 : Associez la définition au mot correct

           De oefening Question n°1 => sleep de juiste omschrijving uit de rechter kantlijn naar het juiste woord links

           De oefening Question n°2 => sleep de juiste omschrijving uit de rechter kantlijn naar het juiste woord links

           Exercice n°3 : Choisissez la réponse correcte.

           Kijk naar de stamboom en duid bij elke zin het juist antwoord aan