De
maanden
-
Oefeningen op de maanden (Fr.=>
Ned.)
-
Oefeningen op de maanden (Ned.=>Fr.
)
De dagen
-
Sleepoefening
-
Invuloefening
Het weer
De
telwoorden
-
Rangtelwoorden verslepen (Fr.=>
Ned.)
-
Rangtelwoorden verslepen (Fr.=>
Ned.)
-
Rangtelwoorden vertalen (Ned.=>Fr.
)
-
Rangtelwoorden vertalen (Ned.=>Fr.
)
Werkwoorden
-
Oefeningen op de vervoeging
van Franse werkwoorden (on)regelmatig op -er / -re / -ir
-
Oefeningen op partir/dormir/sortir
: aanvullen
-
Oefeningen op partir/dormir/sortir
: vertalen
-
Oefeningen prendre (in
volgorde)
-
Oefeningen prendre (door
elkaar)
-
Oefeningen vouloir (in
volgorde)
-
Oefeningen vouloir (door
elkaar)
-
Oefeningen attendre (in
volgorde)
-
Oefeningen attendre (door
elkaar)
-
Oefeningen venir (in
volgorde)
-
Oefeningen venir (door
elkaar)
-
Oefeningen pouvoir
-
Oefeningen faire
-
Oefeningen op changer /
arriver / regarder
-
Oefeningen op écouter /
poser / racconter
-
Oefeningen op aimer /
chanter / porter
-
Oefeningen op avoir / être
-
Oefeningen op les verbes en
-er
-
Oefeningen op faire ou aller
Oefeningen op être ou avoir
Oefeningen op être
EX1 -
EX2
Oefeningen op werkwoorden -ER
EX1 -
EX2 -
EX3
Persoonlijke voornaamwoorden Les pronoms
personnels sujet